Cornhole is in de basis eenvoudig: gooi een zakje, mik op het gat, scoor punten. Maar zodra je wat vaker speelt, merk je dat bijna ieder gezelschap zijn eigen draai eraan geeft. Wij delen graag de huisregels waarmee wij met vrienden spelen – kleine variaties die het spel nóg leuker maken.
Exact 21 – of terug naar 15
Volgens de officiële cornhole regels eindigt het spel zodra een team 21 punten of meer haalt. Klaar. Maar bij ons in de tuin maken we het spannender: je moet precies 21 punten halen. Ga je eroverheen? Dan zak je terug naar 15 punten.
Dat geeft de eindfase een heel nieuwe dimensie. Ineens ga je voor 1 punt in plaats van 3, of probeer je bewust de tegenstander te blokkeren. De spanning stijgt – en de lachsalvo’s ook – wanneer iemand over 21 schiet en opnieuw vanaf 15 moet beginnen.
Wie mag de volgende keer beginnen?
Officieel mag de winnaar van de vorige game de volgende keer beginnen. Wij doen het anders: degene met de hoogste score in de game mag kiezen wie er als eerste gooit in de volgende ronde. Een klein verschil, maar het maakt de afsluiting net wat tactischer. Soms is verliezen bijna slim, als je daarmee de volgende game kunt sturen.
Andere leuke twists
-
Kortere afstand: als kinderen meespelen, schuiven we de boards dichterbij.
-
Snelle potjes: soms spelen we tot 15 punten in plaats van 21.
-
Winner stays on: op feestjes wisselen de teams – de verliezer moet plaatsmaken voor een nieuwe uitdager.
Waarom huisregels zo leuk zijn
Cornhole is zo populair omdat het flexibel is. Tuurlijk, toernooien hebben officiële regels. Maar thuis draait het om gezelligheid en eigen tradities. Onze “exact 21”-variant heeft al talloze hilarische momenten opgeleverd – en dát is precies wat cornhole zo uniek maakt.
Klaar voor je eigen variant?
Haal een eigen set in huis en bedenk je eigen regels. Of je nu volgens het boekje speelt of je eigen draai eraan geeft: met goede boards en zakjes wordt het altijd een succes.
